De Russische agressie tegen Oekraïne heeft niet alleen het Westen op ongekende wijze verenigd, maar verandert ook de relatie tussen Oekraïne en Rusland ingrijpend ten gunste van het Westen. De oorlog tegen het Rusland van Poetin, maar ook de afschuwelijke ervaringen met de terreur van het bolsjewistische bewind versterken alleen maar het geboorterecht van een onafhankelijke natie.
De verschrikkelijke beelden van onschuldige lukraak dood geschoten burgers door Russische legereenheden in de voorsteden van Kiev was voor het Tsjechische parlement dezer dagen aanleiding de ‘holodomor’ te herdenken. Dit voorjaar was het namelijk negentig jaar geleden dat de grootscheepse, langzame maar trefzekere uitmoording van Oekraïnse boeren en hun gezinnen in de jaren 1932 en ’33 begon. Deze is als de holodomor (hongermoord) bekend komen te staan. Hun fout was dat zij zich gekeerd hadden tegen Stalins plannen om de landbouw te collectiviseren door middel van grote staatsboerderijen. Als straf werd hun systematisch elk voedsel onthouden: fanatieke partijgangers haalden al het eten weg en verhinderden ook dat ze dit zelf konden verbouwen. Ze kregen door de bolsjewieken het stempel opgedrukt van ‘koelakken’ (rijke boeren die hun personeel uitbuitten.) Personeel hadden ze echter meestal niet, maar het feit dat ze eigenaar waren van een boerderij maakte hen in de marxistische ideologie al tot klassevijanden. Daarom moesten ze vernietigd worden zodat de bolsjewistische revolutie kon slagen.
De staatsboerderijen bleken al vrijwel direct catastrofaal voor de voedselproductie, want ze haalden het eigen initiatief weg. Toch weerhield dit Stalin niet om deze aanpak door te zetten. Schokkende foto’s van de uithongering van volwassenen en kinderen die stervend of al dood in hun boerderijen of langs de weg lagen, bereikten destijds slechts mondjesmaat het Westen. De Britse journalist Malcolm Muggeridge, die op eigen onderzoek uitging in Oekraïne , noemde in een verslag voor de Britse krant The Guardian het ’een van de monsterlijkste misdaden ooit, zo bruut zelfs, dat men het in de toekomst niet zou kunnen geloven’.
De Canadese onderzoeker Robert Conquest documenteerde in de jaren tachtig in zijn Harvest of Sorrow deze afschuwelijke gebeurtenis tot in de kleinste details en stelde vast dat zeker drie miljoen boeren daardoor om het leven waren gekomen. Hij vergeleek hun lot met dat van de joden onder het naziregime. Werden deze uit racistische motieven gedood, in Oekraïne (maar ook in de rest van de Sovjet-Unie ging) het om een middenklasse die in de communistische ideologie niet langer recht op bestaan had. Ter voorbereiding van hun vernietiging waren ze in langdurige haatcampagnes als vee afgeschilderd dat geen medelijden verdiende. ‘Moskou gelooft niet in jullie tranen’, zeiden de uitvoerders van deze vernietiging tegen de boeren.
Parallel
Er is een parallel te trekken met de Russische legereenheden die de afgelopen weken honderden Oekraïnse burgers koelbloedig vermoord hebben. Sinds de Maidanrevolutie van 2014, toen de Oekrainers de pro-Russische president Janoekovitsch verjoegen, worden zij in de Russische staatsmedia als nazi’s afgeschilderd die genocide plegen op de nog aanwezige Russen. Ze mogen daarom volgens Poetin rücksichlos worden afgeslacht.
Naast afkeer van de communistische ideologie speelde bij de Oekraïnse boeren in de jaren dertig ook verzet tegen het bestuur van Moskou steeds een belangrijke rol. Dat was een reden te meer voor Stalin om ze als bevolkingsgroep te liquideren. Tegelijkertijd waren ze eeuwenlang door de Russen als een broedervolk beschouwd waarmee ze nauwe familiale banden hadden. Oekraïne met Kiev als hoofdstad was immers de streek waar de Russische staat in de Middeleeuwen haar oorsprong aan dankte, maar na de bijna twee eeuwen durende Mongoolse overheersing was Kiev ten onder gegaan en onder invloed van Pools en en Litouws bestuur gekomen en daardoor verwesterd. Pas onder tsarina Catharina de Grote was Oekraïne en ook Wit-Rusland in de achttiende eeuw weer onder het gezag van Moskou gekomen. Al spoedig ontwikkelde zich in Oekraïne een nationalistische beweging voor onafhankelijkheid van Rusland die de tsaren vergeefs probeerden te onderdrukken. Tijdens de bolsjewistische revolutie grepen de Oekraïners hun kans. Lenin presenteerde de bolsjewistische omwenteling als een internationalistische beweging die nationale gevoeligheden tot op zekere hoogte wilde respecteren.
Het Oekraïnse nationalisme werd gedoogd op voorwaarde dat het de doelstellingen van de bolsjewieken niet in de weg zou staan. Zo kon Oekraine en Wit-Rusland bij de creatie van de Sovjet-Unie in 1922 uitgeroepen worden tot aparte republiek. Maar vervolgens werd door middel van de bolsjewistische partij, die in elke republiek zijn eigen afdeling had, het bestuur van land alsnog gecentraliseerd. De onafhankelijkheid van de republieken was dus schijn.
Toen in de nadagen van de Sovjet-Unie de alleenheerschappij van de communistische partij werd gebroken en Jeltsin de leiding kreeg over Rusland eisten verscheidene Sovjetrepublieken waaronder de Baltische landen en Georgië de onafhankelijkheid op. Ook in Oekraïne en Wit-Rusland wilde men zich losmaken van Moskou. Met de leiders van Oekraïne en Wit-Rusland, die als de meest verwante buurlanden van Rusland werden beschouwd, onderhandelde Jeltsin in het najaar van 1991 om tot een soort nieuw soort Gemenebest te komen als alternatief voor de oude Sovjet-Unie. Toen de Oekraïners bij referendum in augustus 1991 voor ruim negentig procent kozen voor onafhankelijkheid, gaf Jeltsin dit plan op. Volgens de Amerikaans-Oekraïnse historicus Serhii Plokhy was daarmee de kans verkeken om de oude Sovjetstatenband in een nieuwe vorm te behouden. Jeltsin had immers aan de Amerikaanse president Bush sr. verklaard dat het niet-Europese, lees: Aziatische element daarin zou domineren wanneer het relatief volkrijke Oekraïne daarbuiten zou blijven. En dat kon Jeltsin niet accepteren, dus viel de Sovjet-Unie alsnog uiteen.
Poetins kijk
In zijn zomer vorig jaar verschenen essay waarin hij het recht op een zelfstandig bestaan van Oekraïne ontkende, herschreef Poetin de geschiedenis van de band tussen Rusland en Oekraïne op uiterst tendentieuze wijze. Het zou alleen aan Lenin hebben gelegen dat Oekraïne in 1922 een aparte republiek in de Sovjet-Unie was geworden. Hij ‘vergat’ dat al vanaf het begin van de negentiende eeuw in Oekraïne een levendige beweging voor zelfstandigheid was ontstaan die met een politiek van russificatie door de tsaren werd onderdrukt. Maar in het westelijk deel met Lviv (Lemberg) als voornaamste centrum dat beurtelings lange tijd onder Pools en later Oostenrijkse invloed stond werd naast Oekraïns ook Duits en Pools gesproken. Het Oekraïnse nationalisme manifesteerde zich tijdens de Tweede Wereldoorlog opnieuw nadrukkelijk. De Oekraïners waren uiteraard de vreselijke slachtingen niet vergeten uit het begin van de jaren dertig en daarom werden de Duitse legers aanvankelijk als bevrijders binnengehaald. Maar het enthousiasme bekoelde al heel snel toen Hitler niet alleen de joden maar ook de Slaven als Untermenschen aanzag en zij evenzeer voor vernietiging in aanmerking kwamen. Toch liet het nazisme een kleine schare van aanhangers in Oekraïne achter. Zij keerden zich tegen de Sovjetlegers om Oekraïne van de Duitsers te bevrijden. Het zijn deze randgroeperingen die Poetin dankbaar gebruikt in zijn propagandaoorlog tegen Oekraïne om de Russische invasie te rechtvaardigen.
Het resultaat van de Russische agressie is ongewis, maar het moge duidelijk zijn dat de tussenoplossing om Oekraïne als neutrale bufferstaat die de voormalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Henry Kissinger nog in 2014 bepleitte niet langer kans van slagen heeft. Oekraïne kan alleen nog als zelfstandige natie voortbestaan, ook al zal de strijd daarvoor nog lang duren.