Gedichten en verhalen van Theo Monkhorst

Huis Huid

Huis Huid bestaat uit zesentwintig gedichten, met als thema het huis dat ik ben en waarin ik woon. Over de doden, de vrienden, de schilderijen, het marmer, het bombardement – kortom alles wat een mensenleven in een huis maakt, maar ook hoe het huis de mens vormt. Het huis dat mijn huid is, mijn huid die het huis is.

De ene keer richt ik me tot mijn muze Mirabel, geleerde, zongestoofde, andere keren spreek ik schilders aan waarvan het werk de muren van mijn kamers bekleden. Ik schrijf een ode aan mijn planken vloeren en eeuwenoude marmeren gangen, nodig uit mee te gaan naar de donkere kruipruimten waar dictators geen toegang hebben, bied vluchtelingen voor korte tijd onderdak en richt me tot schrijvers die het labyrint van mijn bibliotheek bewonen en componisten waarvan de muziek me doordringt. De ontroering van de geschiedenis blijkt uit het portret van mensen die ooit in het huis leefden en alle eeuwenoude materialen afkomstig van overal die het huis en alles daarin vormgeven.

Eén fragmentje over mijn stoel: Hij, de stilte vormende/ geduldige, die weet dat woorden langzaam groeien/ luistert zwijgend in de kamer van mijn ribbenkast/ hoe mijn hart het ritme van mijn tijd slaat.

Een geluidsopname van de presentatie op 6 oktober 2019 in De Haagse Kunstkring is te horen op mijn podcast op deze website. Voordrachtskunstenaar Piet van der Pas en ik dragen samen alle gedichten voor. Pianiste Philine Coops speelt tussen de gedichten een aantal van de Ostinatonic Studies van Annette Kruisbrink.


Samen met mijn muze ga ik tenslotte juichend ten onder in het door bomen overwoekerde huis:

Als daarna de boom die in mij wortelt
door dit huis groeit, takken
door zijn dak de zon zoeken,
zoals zijn wortels in mijn lijf
de duisternis, waar wormen leven,
het veilig is en doden naast mij slapen,
zal ik je niet meer missen Mirabel
en jij mij niet, want je bent begraven in dit vers zoals ik in aarde.

Uitgeverij In de Knipscheer, 2000. Overal verkrijgbaar.