Gedichten en verhalen van Theo monkhorst

King Dik, nar en koning

King Dik, nar en koning

Over King Dik, nar en koning

Kort voor zijn dood in 2007 spraken Kees Lunshof, toen politiek columnist van De Telegraaf, en ik over de vraag wat er zou zijn gebeurd als Pim Fortuyn niet was vermoord, maar minister-president zou zijn geworden. Kees, die misschien wel de best geïnformeerde politieke journalist van Nederland was, vertelde mij dat Fortuyn geen premier wilde worden, maar met Hans Wiegel had afgesproken die plaats namens hem in te nemen. Dat fascineerde mij omdat het bevestigde wat ik dacht: voor een recalcitrante populist als Pim Fortuyn is besturen, de regent spelen, geen optie. In tegendeel het is eng, het past totaal niet bij zijn karakter en zal leiden tot zijn politieke ondergang. Kort daarna werd mij de vergelijking met de nar die koning aangereikt. Ik zag een treffende overeenkomst met de nar die de meeste populisten zijn. Dat was het begin van het toneelstuk King Dik, nar en koning.

Ik heb geen stuk over Pim Fortuyn willen schrijven, noch over Geert Wilders, maar een satirisch drama met een meer algemene strekking dat ook internationaal zou kunnen worden begrepen. Niettemin is de Nederlandse actualiteit ongetwijfeld herkenbaar. Het synopsis staat hier onder.

‘King Dik, nar en koning’ kan in boekvorm worden besteld via www.dewitteuitgeverij.nl

Synopsis

King Dik, nar en koning

Het stuk gaat over de populistische politicus Diederik Landsman die het volk achter zich krijgt door de spot te drijven met de gevestigde orde. Voor hem is de verkiezingscampagne één grote grap. Als hij echter moet gaan regeren als minister-president raakt hij verscheurt tussen de droom van de nar en de daden van de koning. Hij mislukt als minister-president, zijn volgelingen zetten zich tegen hem op en als hij sterft blijft de vraag over wie hem heeft vermoord of dat hij zelfmoord heeft gepleegd.

Personen: Diederik Landsman, zijn moeder Elizabeth, zijn zwarte assisente Julia, zijn nichtje Laetitia van 15 jaar (waarop Diederik verliefd is), Mangel , oud-minister, De Vries, spindokter en staatssecretaris, Mans zakenman en lid van het parlement en Bolder, zakenman en volgeling.

Het stuk van ongeveer 2,5 uur bestaat uit een proloog, drie bedrijven en dertien scènes.

In de proloog richt de hoofdpersoon Diederik Landsman (King Dik genoemd door zijn volgelingen) zich tot het publiek in de zaal en legt uit dat alles toneel is, dat het publiek het volk is dat het stuk een spiegel is waarin het volk zichzelf uitlacht.

Hij houdt een toespraak tot het volk waarin hij stelt dat alles anders zal worden. Hij legt uit dat hijzelf het volk is en dat hij alle beslissingen aan het volk zal voorleggen: het volk regeert via hem.

Eerste bedrijf – de opkomst van een politicus

In scène 1 zit Diederik in zijn studeerkamer te lezen als hij wordt opgebeld door de

beroemde oud minister Mangel die hem zijn diensten aanbiedt.

Dan komt zijn moeder Elizabeth op bezoek samen met de assistente van Diederik, de zwarte Surinaamse Julia.

Kort daarna kondigt Julia de komst aan van twee zakenmannen Bolder en Mans die hem vijf miljoen aanbieden om de verkiezingscampagne te financieren. Dit aanbod wordt door Diederik afgewezen en hij wijst ze de deur.

In scène 2 bespreken Diederik en oud minister Mangel hun samenwerking. Diederik is aanvankelijk argwanend, maar accepteert het voorstel van Mangel om hem te helpen een partijorganisatie op te richten en een regering samen te stellen. Mangel legt uit waarom hij Diederik wil helpen: het is de eerste keer dat iemand instaat zal zijn om werkelijk ingrijpende veranderingen aan te brengen. Daar wil hij een bijdrage aan leveren in het belang van het land.

Scène 3 begint met een gesprek tussen Diederik en De Vries zijn spin dokter, waarna moeder Elizabeth binnenkomt in gezelschap van het 15 jarige nichtje Laetitia. Diederik maakt ruzie met zijn moeder en flirt met zijn nichtje op wie hij verliefd is. Dan komt Mangel op bezoek en maakt kennis met de moeder. Zij praten over Diederik’s jeugd en Mangel heeft door dat Diederik iets heeft met zijn nichtje.

Elizabeth en Laetitia verlaten de scène en volgt een discussie over de vijf miljoen die de zakenmannen aanboden. Diederik wil het geld weigeren, maar Mangel bedenkt een constructie om het in een stichting onder te brengen. Diederik blijft zich verzetten en loopt weg als de twee mannen binnenkomen. Niettemin accepteert Mangel het geld.

Scène 4 begint met een woordenwisseling tussen Diederik en De Vries naar aanleiding van de hoge scores is de polls. Diederik legt uit dat hij helemaal niet wil winnen maar streeft naar chaos, ontreddering, schoonheid en liefde. Dat hij het volk uitlacht en dat het volk dat wil en dat hij bovendien voor gek versleten wordt en dat het volk dat ook wil.

Dan komt Mangel binnen die begint over de verkiezingscampagne, waarop Diederik afwijzend reageert: allemaal oude politieke trucjes, waar hij niets mee te maken wil hebben. Hij poneert een nieuw staatsrechtelijk instrument: het willekeurige referendum (ad random referendum) waarbij hij zestig procent van zijn plannen zal voorleggen aan het volk. Volgt een discussie tussen Diederik en Mangel die daar faliekant tegen is en chaos voorspelt. Hij zegt dat Diederik in feite het volk haat al zegt hij alles voor het volk te willen doen. Diederik legt uit dat wat hij in gang heeft gezet zoiets als een lawine is waar hij in mee rolt en niet weet of hij het overleeft. Mangel zegt tenslotte: de nar mag op zijn intuïtie leven, maar als hij koning wordt…..

Scène vijf speelt zich af in een feestelijk versierde grote zaal. Hier zal Diederik zijn overwinning vieren met zijn achterban en de pers. Aanwezig zijn Elizabeth, Laetitia Mangel, Julia, De Vries, Mans en Bolder.

Mangel begint met een korte introductie waarin hij de loftrompet steekt over Diederik en waarin hij uitlegt waarom hij zijn diensten heeft aangeboden. Dan kondigt hij Diederik aan die een lange toespraak houdt.

Hij zegt ontroert te zijn en vraagt zich af of hij dat vertrouwen waar kan maken.

Hij zegt het volk te kennen omdat het net zo is als hijzelf. Dat het zijn visie deelt. Maar ook dat hij nooit iets heeft beloofd zoals andere politici altijd doen. Hij is geen verlosser, geen Jezus. Hij zal regeren in naam van het volk en dat mag zelf over alles meebeslissen.

Dan spreekt hij over zijn niet aanwezige vader, de beroemde generaal die zijn grote voorbeeld is en die hem heeft gemaakt wat hij nu is.

Tweede bedrijf – de minister-president en het conflict

Scène 1 speelt zich af in de kamer van de minister-president en het kantoortje van Julia.

Mangel en Diederik bespreken het voornemen om alle illegalen te legaliseren. Mangel is daar tegen, maar Diederik zet door. Hij wijst alle bewaren af als oude politiek. Hij zegt ook het plan in een referendum voor te leggen aan het volk. Waarop Mangel zegt dat het volk ertegen is. Diederik lacht alleen maar en Mangel verwijt hem dat hij het volk alleen wil pesten. Waarop Diederik zijn plezier over de chaos uitspreekt.

Als Elizabeth binnenkomt wordt die betrokken in de discussie. Zij stelt zich uiteindelijk achter Mangel. Waarop Diederik haar verwijt hem in de steek te laten. Hij zegt nu te weten wie voor hem zijn en wie tegen.

Als hij de kamer verlaat blijven de aanwezigen in verwarring achter.

In scène 2 begint met een discussie in de kamer van de minister-president (MP) tussen Mangel, De Vries, Mans en Bolder over het voornemen van de MP om zich terug te trekken uit de oorlog. Julia komt binnen en vraagt wat zij op de kamer van de MP doen. Het blijkt dat Diederik een geheim bezoek aan het front brengt en De Vries protesteert dat hij daar als staatssecretaris van informatie buiten gehouden is. Julia

stuurt iedereen weg en blijft achter met Mangel.

Dan begin een moeizaam gesprek tussen Julia en Mangel. De laatste maakt zich ongerust over Diederik, met name over het feit dat hij chantabel is door zijn verliefdheid op zijn minderjarige nichtje. Hij wil de steun van Julia maar deze verwijt hem een dubbele agenda te hebben. Mangel zegt dat het niet goed gaat met Diederik, die los raakt van de werkelijkheid. Hij noemt hem een onervaren coureur die dreigt uit de bocht te vliegen. Julia wil niet wat Mangel wil maar belooft uiteindelijk om met Diederik te praten. Er heerste een dreigende sfeer.

Scène 3 speelt zich af in de huiskamer van Diederik. Hij zit op de bank in zijn kamerjas samen met Laetitia. Diederik is in een melancholieke stemming en zegt dat hij bijna moet huilen omdat God alles wat nieuw is en fris oud en lelijk maakt. Hij vertelt een jeugdherinnering over een bazige jongen die Klaas heette en een kikker opblies, en heel hard lachte toen hij wegliep. Alles gaat stuk zegt hij en Klaas is een baas en alle bazen willen god zijn.

Laetitia wil hem troosten, maar hij probeert er misbruik van te maken en wil haar grijpen. Waarop Julia hem betrapt. Hij legt uit hij de schoonheid in een wet wil vastleggen, waarop Julia zegt dat hij dan van bloemen droogbloemen maakt. Dan spreekt Diederik voor het eerst zijn grote twijfel uit en zegt dat hij geen koning wil zijn.

Elizabeth komt binnen, maar Diederik wil niets van haar weten omdat zij hem verraden heeft. Waarop zij zegt dat hij gek aan het worden is en dat de hele politieke affaire een mislukking is. Zij is bang dat hij er aan kapot zal gaan en zij wil niet dat haar kind dat wordt aangedaan.

Er volgt een ruzie tussen moeder en zoon, waarop hij haar, samen met Laetitia wegstuurt. De scène eindigt met een gesprek tussen Diederik en Julia, waarbij hij zich als een kind gedraagt.

Scène 4 speelt zich af in de kamer van de MP.

De Vries zit te schrijven als Mans en Bolder opgewonden binnen rennen en vertellen van een demonstratie waarin Diederik bijna onder de voet werd gelopen en stond te stampvoeten en te huilen als een kind. Als Mangel binnenkomt en vraagt wat zij daar doen antwoord De Vries dat er sprake is van een noodsituatie omdat het volk vraagt of de MP kinds is geworden. Hij dreigt met aftreden en zo het kabinet op te blazen. Mangel waarschuwt dat zij geen coup moeten plegen en dat De Vries net als Diederik gevangen zit en loyaal moet blijven omdat het anders zijn kop kan kosten. Iedereen verlaat de kamer en Mangel blijft alleen achter.

Daarop komen Diederik en Julia binnen. Diederik is in een dwaze stemming maar Mangel zegt, daarin gesteund door Julia, dat ze ernstig moeten praten. Diederik legt zich daarbij neer.

Mangel kondigt aan dat Diederik in een zwakke politieke positie verkeert door de illegalen en de oorlog en dat hij een redevoering over de vrede moet houden. Dat hij bovendien een bezoek moet brengen aan de Franse president om met mooie plaatjes zijn positie te versterken.

Diederik verzet zich daartegen en zegt dat hij het niet durft. Waarop Mangel woedend wordt en dreigt hem in de steek te laten. Uiteindelijk zegt Diederik toe als Julia heeft beloofd hem te vergezellen.

Derde bedrijf – de ondergang van een nar

Scène 1. Thuis staat Diederik in loszittende kamerjas aangeschoten voor de spiegel en spreekt zichzelf half in het Frans toe. Hij is trots op het succes van zijn Franse bezoek en het feit dat hij zo’n goede acteur is. Toch speelt steeds de twijfel over wie hij eigenlijk is door de tekst heen. Laetitia komt op bezoek en zegt dat zij trots op hem is en dat ze op school over het bezoek hebben gesproken en zij heeft gezegd dat hij haar soms zoende. Zij daagt hem uit en zegt dat zij wel weet wat hij eigenlijk wil, waarna hij haar achterna zit, zij hem ontloopt en de deur uit rent.

Als Diederik de spiegel passeert ziet hij in het spiegelbeeld zijn vader. Er volgt een dialoog waarbij wij alleen de tekst van Diederik horen. Hij zegt dat hij net zo rechtlijnig is als zijn vader. Dat hij als kind in zijn bed lag en aan zijn vader aan het front dacht en voor hem bad. Dan ontstaat er een misverstand en begint hij zich van zijn vader te distantiëren. Hij vergelijkt zichzelf met zijn vader die met een borst vol onderscheidingen terug kwam uit de oorlog. Zoals hij nu met een borst vol onderscheidingen rondloopt. Hij verwijt zijn vader hem niet te hebben gewaarschuwd voor wat hem te wachten stond. Uiteindelijk vermoordt hij de vader door een asbak door de spiegel te gooien.

Scène 2, kamer van de minister-president. Mans en Bolder hebben een verwarrende en komische discussie over de vraag of er een strijd is tussen Diederik en Mangel als De Vries binnenkomt en het blijkt dat Mangel hen heeft gevraagd vroeg in de ochtend naar de kamer van de MP te komen. Mans verteld dat er wordt beweerd dat Diederik met zijn nichtje wil trouwen. Mangel komt binnen en hoort dat berustend aan. Hij geeft als zijn mening dat Diederik niet veel tijd meer heeft. Aangezien hij aan het eind van zijn krachten is, zou Diederik wel eens willen aftreden. Hij heeft Mangel zelfs zijn plaats aangeboden, maar die wijst dat af.

Men bespreekt de ernstige situatie dat Diederik niet te handhaven is, maar dat aftreden niet genoeg is, hij moet totaal van het toneel verdwijnen omdat hij anders toch weer opduikt en het volk achter zich krijgt. Verschillende mogelijkheden worden, ook schertsend geopperd: krankzinnigen gesticht, auto ongeluk, Zuid-Amerika. Mangel stelt dat hij er niet uit is en vraagt de anderen er over na te denken. Terloops wijst hij op het feit dat er nog 2,5 miljoen in het campagnefonds zit dat zij onder elkaar zouden kunnen verdelen als Diederik verdwenen is.

Scène 3 bij Diederik thuis. Een familielunch met Diederik, Laetitia, Elizabeth en Julia.

Diederik verbiedt Laetitia hem nog oom te noemen. Zij moet zich gedragen als een jonge vrouw en hem Dik noemen. Elizabeth complimenteert Julia met de lunch en vader Klaas wordt genoemd, waarop Diederik laat weten hem met een asbak in de spiegel te hebben vermoord. Hij noemt Laetitia koningin. Julia waarschuwt hem op te houden met die flauwe grappen – zij voorvoelt de bedoelingen van Diederik. Plotseling kondigt Diederik aan te gaan trouwen om het land een troonopvolger te geven. Een speciale wet is in voorbereiding. Hij knielt voor Laetitia en vraagt haar in bloemrijke woorden ten huwelijk. Daarbij valt hij en trekt Laetitia mee, die vervolgens wegrent en hem ‘vieze nerd’ noemt.

Julia probeert Diederik af te leiden, maar dat lukt niet en moeder Elizabeth springt tussen hem en Laetitia. In felle bewoordingen waarschuwt ze hem van zijn nichtje af te blijven. Terwijl Julia en Laetitia de kamer verlaten waarschuwt Elizabeth haar zoon wanhopig niet met dit plan door te gaan omdat zij dan, ondanks de liefde voor haar zoon, die ze al lang niet meer begrijpt, voor Laetitia zal kiezen. Daarop constateert Diederik dat zijn moeder hem in de steek laat. Als ze de kamer wil verlaten barst ze uit in een huilbui en zegt dat ze doodsbang is dat Diederik iets wordt aangedaan en dat niemand van hem houdt. Ik houd van hem en ik kan niets doen, zegt ze wanhopig. Zij verlaat daarop de kamer.

Julia komt weer binnen en troost Diederik.

In de volgende dialoog zegt Diederik dat het hem ernst is om met een wet het huwelijk met Laetitia door te zetten. Hij wil de schoonheid beschermen.

Diederik vraagt zich af wie hij eigenlijk is en Julia noemt hem een lieve, intelligente en naïeve dromer die op de verkeerde plaats terecht is gekomen.

Na een lange stilte beklaagt Diederik zich dat hij helemaal alleen is en dat zelfs Julia niet weet wie hij is. Hij noemt zichzelf een standbeeld van keihard brons op een voetstuk waar het zachte hart is uitgesneden. Hij noemt alles zinloos,ook Julia’s liefde voor hem.

Er ontstaat een dialoog over de liefde waarin Julia zegt dat liefde een daad is. ‘Ik doe jou’, zegt ze ‘omdat jij mij nodig hebt’.

Dan ontstaat een dialoog over de vraag of Diederik moet aftreden. Julia vindt van wel, maar Diederik is bang dat het volk hem niet zal laten gaan en woedend zal zijn omdat het zich in de steek gelaten voelt. Ze zullen hem ophangen of in een gesticht opsluiten.

Er ontstaat verwarring over wat Diederik bedoelt met ‘eruit stappen’, uit de politiek of uit het leven. Het feit dat hij niet uit de politiek kan stappen omdat hij dan door het volk zal worden vermoord leidt tot de suggestie dat hij dus uit het leven wil stappen. Maar hij kan dat zelf niet doen omdat hij dan niet in de hemel komt en daarom suggereert hij dat Julia hem vermoord uit liefde. Julia verlaat snikkend de kamer en roept: ‘Dat kan ik niet, mag je me niet aandoen’.

Scène 4 – slotscène.

Dezelfde grote ruimte als scène vijf eerste bedrijf, alleen nu in de rouw. Diederik ligt midden op het toneel opgebaard en voor hem ligt Julia op haar buik met de armen gespreid. Zij ligt geruime tijd stil en spreekt dan tegen Diederik, maar hij antwoord niet op haar vragen en zij vraagt om een teken dat hij echt van haar houdt. ‘Of moet ik altijd twijfelen dat liefde een daad is?’ vraagt zij.

Dan komt Elizabeth zwaar gesluierd binnen en ziet Julia niet. Ook zij roept haar zoon aan en vraagt waarom hij het gedaan heeft, kennelijk in de veronderstelling dat er sprake is van zelfmoord. Ze vraagt hem haar te vergeven omdat zij hem in de steek heeft gelaten. De eens zo sterke vrouw is nu machteloos en in grote verwarring.

Dan bemoeit Julia zich met haar en ontstaat een dialoog over de vraag of hij zelfmoord heeft gepleegd of vermoord is. Julia vertelt dat de politie uitgaat van zelfmoord. Maar Julia gelooft dat niet. Dan komt Laetitia en roept dat ze niet begrijpt waarom hij er niet meer is, hij was altijd zo vrolijk

Mans en Bolder komen binnen en Laetitia noemt ze engerds. Ook De Vries komt binnen en zegt dat de politie niet geloofd in moord.

Elizabeth, Julia en Laetitia wenden zich van de mannen af. Julia zegt dat ze er zeker van is dat Diederik nu blij is, omdat hij eindelijk rust heeft en dat het voor hem dus niet uitmaakt wie het heeft gedaan.

Mangel komt binnen en mengt zich in het gesprek. Hij zegt dat hij zich verantwoordelijk voelt voor de dood van Diederik omdat hij geweigerd heeft hem op te volgen.

Dan houdt Mangel een toespraak waarin hij het jaar memoreert waarin Diederik de geschiedenis heeft herschreven. Hij prijst hem als een geniale politieke kunstenaar. Maar ook noemt hij de strijd tussen droom en daad die hem heeft verscheurd. Hij eindigt met de aankondiging dat hij Diederik zal opvolgen omdat die hem dat in een brief heeft gevraagd. Hij zal zijn erfenis beheren in zijn geest.

Elizabeth roept: ‘moordenaar’.

Als de kist door het achterdoek verdwijnt gevolgd door alle aanwezigen en de zaal leeg is horen we de stem van Bolder, die roept: ‘Leve de koning’.

—————————————

Copyright © Theo Monkhorst 2009